Toos Holtkamp (1934-2024) is de oudste dochter in het gezin van Piet en Doortje Holtkamp dat uiteindelijk vijftien kinderen zal tellen. Ze bezoekt de Mariaschool in Spoorwijk (Den Haag). Na één jaar huishoudschool is ze hard nodig om het werk van haar moeder te verlichten. Ze doet het met overgave en plezier. In de avonduren haalt ze haar textielbrevetten, komt in de manifacturenwinkel van een tante en uiteindelijk in de supermarkt van broer Theo terecht. Want Toos is vrijgezel en moet uiteindelijk haar eigen boterham verdienen. Met veel plezier denkt ze terug aan haar jeugd, aan moeder Doortje die er altijd is en aan de vele vriendjes en vriendinnetjes waarmee je zo heerlijk buiten kunt spelen.