Ypenburg



In 1936 kreeg Rijswijk een eigen vliegveld, Ypenburg. Hier vond aan het begin van de Tweede Wereldoorlog een belangrijke slag plaats. In eerste instantie was Ypenburg bedoeld voor sportvliegers. Na de oorlog werd het uitgebreid tot een meer zakelijke en militaire vliegbasis. Na 1968 was het vliegveld gereserveerd voor ceremoniële doeleinden en voor gebruik door de Koninklijke familie. In 1991 werd Ypenburg gesloten.

 

In de zeventiende eeuw bouwde een rijke edelman een buitenplaats met een boerderij tussen Rijswijk, Den Haag en Delft. Het huis kreeg de naam Ypenburg, naar de mooie iepen er omheen. In de twintigste eeuw bestond de hoeve Ypenburg nog steeds, maar in de weilanden waren niet meer alleen koeien te vinden. De boer was een liefhebber van vliegtuigen en Delftse studenten mochten een deel van zijn land gebruiken als start- en landingsplaats voor hun zweefvliegtuigjes. In 1935 opperde de voorzitter van de Haagse Aeroclub voor Sportvliegers het idee om er een officieel sportvliegveld aan te leggen. De weilanden bij Ypenburg waren immers een perfecte locatie voor een vliegveld? Het plan viel in goede aarde. Op 22 februari 1936 zette de Rijswijkse burgemeester Van Hellenberg Hubar symbolisch de eerste schop in de grond. Daarna kon het echte werk beginnen.

 

Burgemeester verricht eerste handeling (22 februari 1936).

 

Ypenburg werd bijna helemaal aangelegd door werklozen, die tijdens de crisis van de jaren ’30 hun baan hadden verloren. Zij werkten in een zogenaamd ‘werkverschaffingsproject’ mee aan het nieuwe vliegveld. Op die manier konden zij iets bijverdienen naast hun uitkering. De bouwmaatschappij had hier groot voordeel van, want deze werklozen waren natuurlijk veel goedkoper dan gewone arbeiders. Al na zes maanden was Ypenburg klaar: een vliegveld van 930 bij 830 meter, inclusief een 78 kilometer lang drainage-systeem, een terras, een parkeergelegenheid en een stationsgebouw met daarin bureaus van de KLM en de ANWB, een douanekantoor en een technische ruimte. De doelstelling was bereikt. Bij Rijswijk lag een vliegveld dat net zo groot was als Schiphol. Op 29 augustus 1936 werd Ypenburg geopend, met een drie dagen durend feest. Duizenden bezoekers bekeken het eerste vliegtuig van Anthony Fokker uit 1911, jachtvliegtuigen uit de Eerste Wereldoorlog en een militaire stuntvliegshow. Er kon ook een rondvluchtje worden gemaakt boven Den Haag en Scheveningen.

 

 

De Minister van Waterstaat Jhr. O.C.A. van Lidt de Jeude verklaarde in zijn toespraak dat “Ypenburg de eerste luchthaven in Nederland is, waar sportvliegers heer en meester zijn, hetgeen niet uitsluit, dat het vliegveld als uitwijkhaven of als noodlandingsterrein, ja, zelfs voor militaire doeleinden benut zou kunnen worden”. Hoe kon hij op dat moment weten dat nog geen vier jaar later de oorlog uit zou breken? Maar voor het zover was, hadden vier sportvliegclubs alle ruimte op Ypenburg, waaronder de nog steeds bestaande Delftse Studenten Aeroclub. Het was leuk de vliegtuigjes vanaf de grond te bekijken. De inwoners van Rijswijk waren bijvoorbeeld getuige van de oefeningen van het nationale zweefvliegteam, dat in 1940 aan de Olympische Spelen in Helsinki zou deelnemen. In 1939 kwam echter een eind aan het vliegen voor de lol. De Tweede Wereldoorlog kwam steeds dichterbij en Ypenburg werd geclaimd door het leger. Van Olympische Spelen was geen sprake meer.

 

Het was leuk de vliegtuigjes vanaf de grond te bekijken

 

Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers het vliegveld aan. De Nederlandse soldaten wonnen deze slag, maar vijf dagen later moest Nederland zich alsnog overgeven aan de bezetter. Vanaf dat moment heette Ypenburg ‘Flugplatz Den Haag’. De Duitsers begonnen meteen met het repareren van het beschadigde vliegveld. Rotterdam was even daarvoor platgebombardeerd en het puin uit die stad werd gebruikt als funderingsmateriaal voor nieuwe start- en landingsbanen. Wekenlang waren honderden arbeiders bezig om nieuwe gebouwen uit de grond te stampen. De verbouwing kostte miljoenen euro’s (toen nog guldens), maar van het vliegveld werd uiteindelijk bijna geen gebruik gemaakt. Door de ligging dicht bij de kust was Ypenburg een wel erg makkelijk doelwit voor de Britse bommenwerpers. Bovendien begonnen de landingsbanen te verzakken, door een gesaboteerd drainagesysteem. De Duitsers bedachten daar een wat merkwaardige oplossing voor. Ze maakten een startbaan van houten planken, die ze bespanden met kippengaas. Daartussen vlochten ze heide als camouflage. Gek genoeg werkte het nog ook. In 1943 kwam echter het bevel dat alle vliegvelden onder de kust onbruikbaar moesten worden gemaakt, want de Duitsers waren doodsbang voor een geallieerde inval vanuit de lucht. Op heel Ypenburg werden dus sloten gegraven en paaltjes neergezet, om te voorkomen dat er Britse vliegtuigen zouden landen. De zelfgemaakte houten startbaan verdween in diverse Rijswijkse kachels.

 

Gevechten op Ypenburg in mei 1940.

 

Nu Ypenburg niet meer bruikbaar was als vliegveld, werd het in 1944 ingericht als lanceringsplaats voor V1 raketten, de eerste zelfstandig vliegende bommen. Honderden V1’s werden afgeschoten richting Engeland. Na een tip van een Rijswijkse politieman begrepen de geallieerden waar de V1’s vandaan kwamen en begin ’45 bombardeerde de Britse Royal Air Force de Ypenburgse startbaan kapot. Op 29 april 1945 vlogen er alweer Britse piloten over Ypenburg, deze keer met een vrolijkere lading. De geallieerden hadden toestemming gekregen voedseldroppings uit te voeren boven het vliegveld. Grote pakketten met vlees, meel, chocola en biscuits kwamen uit de lucht vallen. De piloten die meededen aan ‘Operatie Manna’ werden vanaf de daken met gejuich begroet. Eindelijk was de honger voorbij! Tot 8 mei 1945 vlogen er elke dag geallieerde vliegtuigen over Ypenburg. In totaal werd 1500 ton aan voedsel afgegooid. Op 5 mei capituleerde Duitsland.

 

Ypenburg raakte zwaar beschadigd.

 

Van Ypenburg was weinig meer over na de oorlog, maar dat weerhield de jonge Brabantse zakenman Frits Diepen er niet van heel Ypenburg op te kopen. Hij maakte het in korte tijd weer tot een goed lopend vliegveld. Al op 15 september 1945 konden 50.000 bezoekers, onder wie Koningin Wilhelmina, genieten van een Britse luchtshow, compleet met schijnaanvallen en nepvoedseldroppings. Hoewel dit bij sommige toeschouwers angstige herinneringen aan de oorlog moet hebben opgeroepen, was het publiek enthousiast. De Britse Royal Air Force herdacht hiermee onder andere het Britse bombardement op het Bezuidenhout van 3 maart 1945. Door een fout aan geallieerde kant kwamen daarbij honderden onschuldige burgers om het leven. De entreegelden van het vliegfeest waren voor de slachtoffers en nabestaanden bestemd. De echte, officiële heropening vond plaats op 16 mei 1947, door Prinses Juliana. Prins Bernhard kwam naar Ypenburg toe in zijn privé-vliegtuig. Het vliegveld was na de oorlog niet alleen meer op sportvliegers gericht. Ypenburg ging steeds meer zakelijke vluchten verzorgen.

 

Frits Diepen.

 

Diepen zette bijvoorbeeld een luchttaxidienst op, tussen Ypenburg, Rotterdam en Schiphol. Deze vliegtuigen kregen net als de taxi’s op de grond een zwart-wit geblokte rand op de romp. Verder verzorgde Van Diepen reclamevluchten en hij richtte in 1948 de eerste Nederlandse chartermaatschappij op, Aero-Holland. Twee vliegtuigongelukken in 1949 maakten aan dat avontuur een eind. Diepen vestigde ten slotte een beroemd bedrijf op Ypenburg, Frits Diepen Vliegtuigen N.V., gespecialiseerd in de verkoop en de reparatie van vliegtuigen. Toestellen uit heel de wereld werden in Rijswijk vliegklaar gemaakt. In 1954 fuseerde het bedrijf met Fokker.

 

 

Niet elke bezoeker van Ypenburg ging de lucht in. Van 1949 tot 1957 werd ieder jaar de Internationale Luchtvaartshow Ypenburg (ILSY) georganiseerd. Honderdduizenden toeschouwers kwamen kijken naar steeds spectaculairdere shows, waarbij de vliegtuigen soms zo hard vlogen dat ze door de geluidsbarrière braken. De grootste waaghalzen gingen er vandoor met de Ypenburg Coupe. Op de grond werden historische vliegtuigen, militaire en passagiersvliegtuigen getoond. De ILSY’s waren echte ‘happenings’. Bij de laatste ILSY was zelfs heel de koninklijke familie aanwezig. Thuisblijvers konden de show rechtstreeks op TV volgen. Na ’57 was het afgelopen met de grote stuntwedstrijden. Rijswijk breidde steeds meer uit, waardoor het dorp dichter bij het vliegveld kwam te liggen. Een vliegtuig met pech zou dus best wel eens op een Rijswijks huis neer kunnen komen. Dat vond de overheid een te groot risico. In 1955 was er al een eind gekomen aan de burgervluchten.

 

Toeschouwers van de vliegshow (in 1957) langs de oever van de Vliet

 

Ypenburg deed alleen nog dienst als militaire vliegbasis voor Koninklijke Luchtmacht. In 1968 vertrokken ook de militairen en werd Ypenburg een ‘slapend’ vliegveld. Alleen de koninklijke familie en belangrijke politieke leiders arriveerden nog in Rijswijk. In de zeventiende eeuw werden internationale staatslieden verwelkomd bij de Hoornbrug. In de twintigste eeuw vervulde Ypenburg die functie. Het vliegveld ging definitief dicht in 1991. Op de plaats waar ooit de vliegtuigen af en aan vlogen staan nu nieuwbouwhuizen. Het stationsgebouw met de verkeerstoren herbergt het projectbureau en informatiecentrum voor de nieuwe wijk Ypenburg. De oude directeurswoning wordt gebruikt door de scouting.

 

Koningin Beatrix verwelkomt Koning Hoessein van Jordanië.

 

Koninklijke gasten op de ILSY. Rechts: burgemeester A. Bogaardt.

 

Verband met de nationale canon:

'1940-1945. De Tweede Wereldoorlog. Bezetting en bevrijding', in: Entoen.nu. De Canon van Nederland.

 

Verder lezen:

  • Abbing, A., Haaster, J. van, Labordus, R., Mil, W. van, Ypenburg. Veroverd op zee. Van vliegveld tot woonwijk. Water, land, lucht (Nootdorp, 2005).
  • Berge, M.J. van den, e.a., Om nooit te vergeten; Rijswijk in de Tweede Wereldoorlog (Rijswijk, 1991).
  • Brongers, E.H., De Slag om Ypenburg (Rijswijk, 2000).
  • Kamphuis, G.H., Halve eeuw Vliegveld Ypenburg Rijswijk (Rijswijk, 1986).
  • Molenaar, J.J.H.M., 'Het sportpark en vliegveld Ypenburg', in: Kroniek. Orgaan van de Historische Vereniging Rijswijk 1994/3 (Rijswijk, 1994).
  • Schwing, H., De historie van het vliegveld Ypenburg. Vanaf de oprichting tot 1940 (z.p., 1993).
  • Trompert, Th. F., 'Ypenburg. Een vliegveld in de buurt van Den Haag', in: Historische Vereniging Rijswijk Jaarboek 1996 (Rijswijk, 1996).
  • 'Verraden op Ypenburg', in: Historische Vereniging Rijswijk Jaarboek 2001 (Rijswijk, 2001).